Een leerling doet maatschappelijke stage voor of binnen een vrijwilligersorganisatie, een professionele non-profitorganisatie of bij een maatschappelijke activiteit van burgers. Het kan hierbij gaan om landelijke organisaties als Amnesty International, Natuurmonumenten, Warchild of Jantje Beton. Het mogen ook lokale instellingen zijn zoals zorginstellingen voor bejaarden of gehandicapten, gemeentelijke diensten, buurthuizen, sportclubs of een kinderboerderij.
Stages bij organisaties of bedrijven met een winstoogmerk zijn niet toegestaan, tenzij maatschappelijke stage plaatsvindt bij een maatschappelijk project van dit bedrijf (maatschappelijk betrokken ondernemen).


Wat mag wel en wat mag niet?

Wel: Meedraaien op een kinderboerderij.
Wel: Op een peuterspeelzaal de vrijwilligers helpen met de verzorging van de peuters.
Wel: Helpen op een school voor moeilijk lerende kinderen.
Wel: Wedstrijden fluiten voor de korfbalvereniging.
Wel: De bewoners uit een zorgcentrum of bejaardentehuis helpen met het leren van computervaardigheden.
Wel: Op de balletvereniging helpen bij de balletles van de kleintjes.
Wel: In de wijkvereniging als jeugdbestuurslid meedenken over leuke activiteiten in de buurt.
Wel: Helpen op een afdeling van de Nierstichting, informatie pakketten samenstellen voor collectanten.
Niet: Schoonmaken bij de V&D.
Niet: Gratis oppassen op de buurkinderen.
Niet: Kleine klusjes opknappen voor de multinational waar ook je moeder werkt.
Niet: De auto van opa wassen.
Niet: Gratis de computer van oma repareren.

Veel activiteiten binnen het Alfrink, denk aan het plu-project, kunnen de leerlingen ook opgeven als maatschappelijke stage!